Er ligt nog maar een dun, broos laagje ijs op het water. Erdoorheen kan ze het water zien. Ze krijgt ineens enorme zin om door het laagje heen te breken en het water te laten stromen. Als een soort metafoor voor een doorbraak in haarzelf.
Op zoek
Ze gaat op zoek naar iets zwaars. Verderop ligt een dik stuk hout, half in het water. Dat lijkt wel zwaar genoeg om het ijs in een keer te breken. Ze trekt het hout op de kant en draagt het in twee armen naar het bevroren stuk meer. Zo, ik heb me hier een flinke bos hout voor de deur, grinnikt ze onderweg in zichzelf. Als dit alles een metafoor is, waar staat deze ͞flinke bos hout dan voor?, mijmert ze. Stevigheid? Opgedane wijsheid? Waar zou het hout symbool voor staan. Ze denkt aan warmte, aan haardvuur, de kachel laten branden, brandstof om het vuur mee op te stoken, om mee te koken, om op te zitten. Hout als brandstof om te leven.
Haar metafoor
Ze haalt diep adem, slaakt een kreet en gooit het stuk hout op het ijs. Het ijs breekt direct door de zwaarte van het hout. De scheur in het ijs vormt meteen een weggetje, zo voor haar ogen. Ze raakt erdoor ontroerd. Wat een prachtig beeld, hier in haar metafoor. De weg opent zich voor de flow. Het hout drijft moeiteloos in de waterweg. Ze voelt zich gerustgesteld. Ze is er doorheengebroken. Het is goed zoals het is. Ze is veilig. Het is veilig. Haar directe ervaring wordt niet lang daarna doorbroken door gedachten die zich aan haar opdringen. Wat betekent dit nou precies? Waar breek je dan nu doorheen?
Compassie en liefde
Een antwoord welt in haar op. Misschien wel door een oud gevoel van schaamte of schuld, dat nu nog als een dun ijzig laagje over haar diepe wateren ligt. Maar ze ziet nu dat het werkelijk nog maar een dun laagje is. Het dooit in haar. Lange tijd was dit stuk in haar een diepbevroren ijsvlakte, waar al het water was bevroren. Geen beweging mogelijk. Ze kwam daar ook niet. Haar te koud. Maar nu het is gaan dooien in haar, door het steeds meer toelaten van compassie en liefde, wordt automatisch ook dit diepbevroren stuk aangeraakt. De liefde doet het ijs smelten.
Warme tranen
Met het smelten komen ook die oude gevoelens van pijn naar boven. Warme tranen zijn nodig om de pijn te voelen en te omarmen. Zo gaat dat vaak met oud verdriet. Dat wil nog een keer gevoeld worden, erkend en dan mag het los. Haar warme tranen doen het ijs nog verder smelten.
Ruimte om te spelen
En zo ontdekt ze dus dit gebied, met dat dunne laagje ijs erover. Het voelt als nieuw gebied. Waar ze eerder niet kwam vanwege die koude ijzige lege vlakte. Nu is ze er en hebben haar tranen het gebied verwarmd. Die ijzige vlakte lijkt nu wel ruimte geworden. Ruimte om te spelen, nieuwe dingen te ontdekken. Nieuwe avonturen te beleven.
Een nieuwe tijd
Ze voelt het. Met het gooien van het hout voelt ze zin om dit nieuw gebied te verkennen, met al het hout voor de deur dat ze de afgelopen tijd verzameld heeft, met al haar liefde en compassie en zin om te spelen. Ze breekt er doorheen. Dit is een nieuwe tijd.